Met hulp is het gelukt om het melkveebedrijf voort te zetten

‘Wat vliegt de tijd’ is een gevleugelde uitspraak, maar voor Miranda Ottink (54) geldt dat zeker niet. Het is nu ruim tien jaar geleden dat Miranda’s man, Willy, na het voeren niet meer terugkwam. Hij stapte uit het leven en liet zijn vrouw en hun drie kinderen, toen 13, 11 en 8 jaar oud, alleen achter. Vanaf dat moment heeft ze er alles aan gedaan om het familiebedrijf voort te zetten. “Makkelijk was het niet, maar het is me zeker gelukt,” vertelt Miranda.

Voordat ze begint, wijst ze naar de foto van Willy op de keukenkast en laat ze me kennismaken met haar man. “Eigenlijk is hij hier altijd aanwezig en valt bijna dagelijks zijn naam,” zegt Miranda. Ze twijfelde of ze haar verhaal moest delen met TABOER. Het is immers al 10 jaar geleden, maar ze heeft toch ingestemd, omdat ze het belangrijk vindt te laten zien dat je na een ingrijpende gebeurtenis er weer bovenop kunt komen. Met hulp van anderen is het haar gelukt om het bedrijf voort te zetten en op een zodanige manier in te richten dat het klaar is voor de toekomst. Zoon Robin (21 jaar) heeft vorig jaar na het afronden van de middelbare landbouwschool besloten aan het werk te gaan op het bedrijf. “Een beslissing die hij zelf heeft genomen, maar waar ik persoonlijk heel blij mee ben. Na de dood van Willy ben ik gewoon in het bedrijf gerold,’’ zegt Miranda. Zonder enige agrarische achtergrond was ze van de ene op de andere dag de eigenaar van een melkveebedrijf. “Samen met Willy vond ik het leuk en gezellig om te melken of andere klussen te doen, maar ik wist niet of ik het in mijn eentje wel leuk zou vinden. Daarom besloot ik om het een jaar te proberen,’’ merkt ze op.

Hulp durven vragen is een vereiste

Aan de keukentafel gaat Miranda toch nog even terug in de tijd, naar de periode waarin haar man slechts een korte tijd depressief was en medicatie kreeg. Het was zo onverwachts voor iedereen. “We hadden ’s ochtends nog samen gemolken en daarna ontbeten. Hij ging nog even de stal in om het voer aan te schuiven om vervolgens nooit meer terug te komen. De vraag waarom zal ik altijd met me mee moeten dragen. Natuurlijk denk je vaak hoe zou het geweest zijn als hij er nog was. Wat zou hij ervan vinden dat Robin nu in zijn voetsporen treedt? Trots,” denkt Miranda.

Hulp moet je durven vragen. Gelukkig heb ik daar nooit moeite mee gehad.’

Miranda Ottink

Eén van de eerste opmerkingen van Robin, toen 11 jaar oud, was: hoe moet het nu verder met de boerderij? Met het idee dat verkopen altijd nog kon, is ze er ingestapt. Het eerste jaar schakelde ze vooral AB-Oost in en molk ze zelf samen met de bedrijfshulp of een vriendin. Veel mensen boden hulp aan, zoals buren, vrienden, kennissen erfbetreders. Hulp moet je durven vragen,” is een belangrijk advies van Miranda. “Gelukkig heb ik daar nooit moeite mee gehad,” merkt ze op. “En ik had af en toe echt hulp nodig. Als het gras gemaaid moest worden dan merkte de medewerker op: bel even de loonwerker. Of als er een koe ziek was kreeg ik ook de opdracht: bel de dierenarts. Braaf belde ik dan bijvoorbeeld loonwerker, maar kreeg vervolgens een aantal vragen over hoeveel en welke percelen willen jullie maaien en wanneer wil je inkuilen. Allemaal technische vragen waar ik op dat moment geen antwoord op had. Dat vond ik wel lastig.’’

‘Hoe vaak ik in de afgelopen periode niet heb geroepen: waren we maar tien jaar verder? En nu zijn we tien jaar verder. Ik merk dat ik nu pas meer ruimte krijg en voorzichtig durf na te denken over de toekomst.’

Miranda Ottink

Op zoek naar balans

Na het overlijden van haar man stond Miranda Ottink voor een enorme uitdaging. Niet alleen moest ze het werk op de boerderij voortzetten, maar ook haar kinderen opvangen en haar eigen verdriet verwerken. Hoewel ze nooit deelnam aan rouwverwerkingsgroepen, was ze zich wel bewust van haar emoties en de impact van haar verlies. Gelukkig werd ze omringd door steun uit verschillende hoeken.

Miranda leerde een nieuwe vriend kennen en maakte wekelijkse wandelingen met een goede vriendin om haar hoofd leeg te maken. Natuurlijk waren er momenten waarop ze wilde opgeven, vooral omdat de boerderij niet haar passie was. Gelukkig kon ze rekenen op dagelijks contact met haar neef, een varkenshouder, die haar bijstond in alle aspecten van de bedrijfsvoering. Met vallen en opstaan slaagde Miranda erin om door te gaan. Ze richtte het bedrijf anders in. Het maaien en kuilen besteedde ze uit aan de loonwerker. En na een aantal jaren verving ze de melkput voor een melkrobot, wat haar veel arbeidsverlichting opleverde.

Ruimte voor nieuwe dingen

Het leven gaat gewoon door. ‘’Je hebt geen keuze. De kinderen moeten naar school en het bedrijf moet doordraaien. Hoe vaak ik in de afgelopen periode niet heb geroepen en gedacht: waren we maar tien jaar verder? En nu zijn we tien jaar verder. Ik merk nu dat ik meer ruimte krijg en voorzichtig durf na te denken over de toekomst.

‘Langzaamaan krijg ik meer ruimte om mijn eigen leven weer op te bouwen.’

De afgelopen tien jaar had ik geen tijd voor hobby’s en andere zaken. Ik moet mezelf weer opnieuw uitvinden. Wat wil ik zelf? Wat ga ik doen? Nu werk ik af en toe in de bloemenwinkel van mijn vriendin. Iets waar ik heel blij van word. Ik droom stiekem van een huisje met mijn vriend in het buitengebied. Ondertussen hebben we al wel een campertje gekocht voor het hele gezin. Langzaam krijg ik meer en meer ruimte om mijn eigen leven weer op te bouwen.”

Stilstaan bij belangrijke momenten

Nu Miranda langzamerhand een nieuwe invulling geeft aan haar leven, met minder werk op de boerderij, gaat er geen dag voorbij dat ze niet aan hem denkt. Zij en haar gezin staan ieder jaar weer stil bij belangrijke momenten. Niet alleen zijn geboortedag en sterfdag, maar ook van hun trouwdag maken ze ieder jaar weer een momentje. Met familie en kinderen aan tafel. Dit zijn voor ons belangrijke momenten waarin we even bewust stilstaan bij het gemis. Deze belangrijke momenten-dag heeft ze nog samen met Willy ingevoerd. Hun derde kindje Esmee is stilgeboren. ‘’Na deze ervaring dacht ik dat het leven nooit meer leuk zou worden. Om deze moeilijke dag door te komen, hadden we Esmee-dag ingevoerd. We gingen dan samen met het gezin iets leuks doen. Ik merkte dat het werkte en het leven ons weer toelachte. Toen Willy overleed kon ik alleen maar denken hoe kom ik ooit deze dag door zonder Willy en al die andere bijzondere momenten. Door stil te staan op deze dag en er samen iets van te maken wordt het verdriet dragelijker en vergeten we ze niet.’’


Denk je aan zelfmoord naar aanleiding van dit verhaal en wil je hierover in gesprek met ons? Je kunt anoniem met 113 zelfmoordpreventie bellen 0800-0113 of chatten. De hulplijn is 24/7 geopend.

Of heb je behoefte aan een luisterend oor? Neem gerust contact op met TABOER.