Vijf jaar na de boerenprotesten: nog geen zekerheid, wel meer mentale druk

Vijf jaar na de start van een reeks grootschalige boerenprotesten is de onzekerheid onder Nederlandse agrariërs alleen maar toegenomen. Medewerkers van TABOER en vrijwilligers van Zorg om Boer en Tuinder bieden een luisterend oor aan boeren die er mentaal doorheen zitten. In Reformatorisch Dagblad blikt Piet Boer, voorzitter van de ZOB, terug op de afgelopen jaren en gaat in op de rol van TABOER en ZOB.

Dinsdag 1 oktober 2019. Duizenden boeren uit heel Nederland rijden met hun trekkers naar Den Haag. Op het Malieveld uiten ze hun verontwaardiging over het “negatieve beeld” dat “politici, media en activisten” van hun sector schetsen. Het is het eerste in een reeks grootschalige boerenprotesten, waarvan de spits al snel verschuift naar de stikstofcrisis en ander overheidsbeleid dat boeren in hun bedrijfsvoering belemmert.

Komende week zijn we vijf jaar verder. De onzekerheid in de sector is in de tussentijd alleen maar groter geworden. Dat geldt vooral in de veehouderij, waarvoor het Rijk intussen verschillende uitkoopregelingen heeft opgetuigd. De veestapel krimpt nu nog op vrijwillige basis, maar de optie van gedwongen maatregelen blijft als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de boeren hangen. En niet te vergeten: meer dan 1800 zogeheten PAS-melders wachten nog altijd op een natuurvergunning.

Een andere bedreiging is de honger naar grond. Woningbouw, infrastructuur, uitbreiding van natuurgebieden, oefenterreinen voor Defensie: stuk voor stuk claims waarvoor boeren land dat ze vaak al generaties lang in gebruik hebben, moeten inleveren.

Kop-van-jut

En dan is daar nog de voortdurende kritiek van dierenrechtenactivisten en milieuclubs op de agrarische sector. Die doet het schijnbaar nooit goed genoeg. Of het nu gaat om waterkwaliteit, natuur, biodiversiteit of het klimaat: de landbouw is de kop-van-jut.

Geen wonder dat steeds meer boeren murw geslagen raken. Ze komen mentaal in de knel, er ontstaan spanningen in gezinnen en relaties, de voortzetting van het bedrijf door de volgende generatie loopt gevaar. Sommigen krijgen suïcidale gedachten of maken daadwerkelijk een einde aan hun leven. Bij 113 Zelfmoordpreventie staat de agrarische sector in de top-drie van sectoren met een relatief hoog risico op zelfdoding.

De stichting Zorg om Boer en Tuinder (ZOB) biedt hulp aan agrariërs in psychische nood. Getrainde vrijwilligers van ZOB, die zelf uit de sector komen, gaan bij de boer aan de keukentafel zitten, luisteren naar zijn verhaal, geven raad en schakelen als het ingewikkeld wordt professionele hulp in.

Luisterend oor

Vooral dat “luisterend oor” is belangrijk, zegt ZOB-voorzitter Piet Boer (64), melkveehouder in het Flevolandse Biddinghuizen. “Boeren praten niet snel over zichzelf. Als ze op een verjaardag vragen: “Hoe gaat het met je?”, dan doelen ze op het bedrijf van de ander, niet op de persoon zelf. Dat is de cultuur in onze sector: niet zeuren, maar aanpakken.”

”Vooral dat luisterend oor, is belangrijk,” ervaart Piet Boer, voorzitter ZOB

ZOB heeft zijn wortels in het zuiden van het land. De voorloper werd in 1988 opgericht vanuit de toenmalige katholieke Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB). Aanvankelijk was het doel ondersteuning van boeren die hun bedrijf wilden beëindigen. Later kwam het accent meer te liggen op hulp om in moeilijke situaties weer grip te krijgen op de eigen toekomst. Het concept werd landelijk uitgerold.

ZOB is tegenwoordig een onafhankelijke stichting met een bescheiden begroting, die boeren met een hulpvraag kosteloos bijstaat. Dat daar behoefte aan is, blijkt uit de cijfers. In 2023 waren de kleine vijftig vrijwilligers van ZOB aan de slag met 63 lopende en 54 nieuwe hulpvragen. Ze voeren in totaal een kleine 200 gesprekken. Bijna de helft van de hulpvragen was gerelateerd aan het bedrijf, een kleine 30 procent had met de boer als persoon te maken. Vanwege de onrust in de sector had het ZOB-bestuur een behoorlijke toename van het aantal hulpvragen verwacht. Die bleef tot voor kort echter uit. Piet Boer denkt dat het imago van “hulp voor stoppers” ZOB bleef achtervolgen. Ook kampte ZOB met onbekendheid. “We hebben te weinig geld om reclame voor onszelf te maken. Veel boeren hebben niet van ons gehoord.”

“Zo’n besluit is definitief. Fiscaal-technisch is het ingewikkeld, maar er komen ook veel emoties bij los. Zo van: dit bedrijf is al zo lang in de familie, en nu ben jij de generatie die de stekker eruit trekt! Dat emotionele wordt vaak onderschat door commerciële adviseurs, merken wij,” aldus Piet Boer.

Taboe

In maart 2023 ging het landelijke project TABOER  van start. Hierin werken LTO Noord (de boerenorganisatie boven de grote rivieren), ZOB en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) met elkaar samen aan hetzelfde doel. Inmiddels is ook de zuidelijke boerenorganisatie ZLTO aangehaakt.

TABOER wil, zoals de naam aangeeft, het taboe onder boeren om over hun problemen te praten doorbreken. Volgens Piet Boer heeft een stevige pr-campagne ervoor gezorgd dat vrijwel alle boeren er inmiddels van hebben gehoord. Een speciale hulplijn verlaagt bovendien de drempel om aan te kloppen. Volgens Boer zijn via die lijn al zo’n 200 hulpvragen ontvangen. Professionals die zelf uit de agrarische sector komen, bieden een luisterend oor en indien nodig verwijzen ze door. “Van de hulpvragen is tot dusver 70% doorverwezen naar onder andere ZOB, maar ook naar de huisarts of een commerciële adviseur of agro-coach”, zegt Boer. Vooral de laatste maanden neemt het aantal hulpvragen bij toe. Relatief veel vragen komen uit Gelderland, Noord-Brabant en Friesland, drie provincies met veel veehouders. “De schroom is weg”, denkt Boer.

Opkoopregeling

Tekenend is in dit verband de omslag in de Gelderse Vallei, een gebied waar vrijwel alle veehouders piekbelaster zijn: volgens het rekenmodel Aerius doen hun bedrijven te veel stikstof neerslaan op de beschermde natuur van de Veluwe. “Toen de opkoopregeling voor piekbelasters bekend werd, was daar de ongeschreven regel om die te negeren. Maar later ging de een na de ander toch kijken of hij ervoor in aanmerking kwam. Sommigen besloten te stoppen met hun bedrijf.” Bedrijfsbeëindiging is een gevoelig onderwerp. “Zo’n besluit is definitief. Fiscaal-technisch is het ingewikkeld, maar er komen ook veel emoties bij los. Zo van: dit bedrijf is al zo lang in de familie, en nu ben jij de generatie die de stekker eruit trekt! Dat emotionele wordt vaak onderschat door commerciële adviseurs, merken wij.”

De overwinning van BBB bij de provinciale statenverkiezingen van vorig jaar en de deelname van de plattelandspartij aan het nieuwe kabinet leidde tot een zekere euforie in de sector. Taboer en ZOB kregen minder hulpvragen dan verwacht, maar dat bleek tijdelijk. Boer: “De meeste boeren zien wel in dat BBB het beleid niet radicaal kan veranderen. Misschien gaan alleen de harde kantjes er wat af. Tegelijk blijft de maatschappelijke druk, met een woningbouw en Defensie die naar onze grond kijken.” Volgens de ZOB-voorman begrijpen veel mensen niet dat boeren niet toehappen, als de overheid met een zak geld aan de deur klopt. “Geen boer wordt gelukkig van een dikke portemonnee als hij zijn bedrijf moet opgeven. Je boerderij is een deel van je identiteit.”

Het volledige artikel van journalist Tijmen Roos is te lezen het Reformatorisch Dagblad: Vrijwilligers schiet murw geslagen boer te hulp.

Bron: Reformatorisch Dagblad


Heb je behoefte aan een luisterend oor? Neem gerust contact op met TABOER.

Of denk je aan zelfdoding? Dan kun je contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0800 0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl.