Hulplijn TABOER is voor boeren én hun netwerk

Taboer is een nieuwe hulplijn voor de agrarische sector. Boeren kunnen er terecht, familie en vrienden ook. Het motto: praten helpt. Vakblad Boerderij besteedde uitgebreid aandacht aan TABOER.

Twintig jaar geleden waren boeren een beroepsgroep met bijzonder weinig stress op het werk. Dat blijkt uit de toenmalige cijfers van het CBS. Samen met ambtenaren en medewerkers bij financiële instellingen voerden ze de lijst aan met beroepen waarin mensen de minste stress ervaarden. Tegenwoordig staan boeren juist hoog op de lijst van stressberoepen. Dat is grotendeels toe te schrijven aan onzekerheid en die is weer terug te voeren op de sterk wisselende wet- en regelgeving van de laatste jaren. De recente stikstofproblematiek doet er nog een schep bovenop.

Schaamte en onbegrip remt de vraag om hulp

Onzekerheid is fnuikend. Het kan gepaard gaan met allerlei fysieke en mentale klachten, die zich uiten in bijvoorbeeld slecht slapen, zich niet meer kunnen concentreren, geliefden afsnauwen, bedrijf en vee verwaarlozen, of zich terugtrekken in de stal om alles daarbuiten maar te ontvluchten. Hulp zoeken, doen boeren niet snel. Ze schamen zich en voelen zich door mensen van buiten de sector niet begrepen.

Daarom is er sinds kort Taboer, een platform waar boeren, boerinnen, familie, buren en erfbetreders terecht kunnen als ze zelf vastlopen of vermoeden dat het met iemand niet goed gaat. Het is een initiatief van LTO-Noord en de ZOB, de naam is een samentrekking van taboe en boer, omdat praten over persoonlijke problemen voor velen nog altijd een taboe is.

De taal van de landbouw spreken is belangrijk

Op de website is veel informatie te vinden over signalen waaruit blijkt dat het niet gaat zoals het zou moeten gaan. Verschillende boeren en boerinnen vertellen er over hun eigen ervaringen en steeds is de boodschap dat praten helpt. De medewerkers van Taboer spreken de taal van de landbouw en dat moet de drempel om contact op te nemen verlagen.

Die taal is belangrijk, want een hulpverlener die adviseert om het maar eens een poosje rustig aan te doen, is al meteen het vertrouwen kwijt. Vee moet te vreten krijgen, aardappels moeten gepoot. Dat alles kun je niet even een paar weken stilleggen, omdat het in je hoofd een warboel is. En aan een hulpverlener die niet weet wat stikstof is, of PAS of een NB-vergunning, heeft een boer voor zijn gevoel ook niets.

Taboer is niet het eerste platform voor mentale problemen in de landbouw. Sinds jaar en dag is er de ZOB, de stichting Zorg om Boer en tuinder. Hier kunnen boeren of hun partner naartoe bellen en praten met iemand die veelal zelf boer is of is geweest. De medewerkers, vrijwilligers, bieden een luisterend oor en verwijzen eventueel door. “Eigenlijk hebben wij een beetje de functie van huisarts”, zegt Victor Munster, regiocoördinator bij de ZOB voor de regio Oost.

Wat kun je doen?

Wie zich zorgen maakt om een familielid of collegaboer kan zelf proberen het gesprek aan te gaan. Stel daarbij open vragen zoals: ‘Hoe gaat het?’ Benoem ook wat je eventueel ziet en oordeel niet. Zeg niet: ‘Wat ben je laat met gras maaien.” Zeg bijvoorbeeld wel: ‘Ik zie dat je het gras nog niet gemaaid hebt.’

Er is kans dat iemand in de verdediging schiet. Wie niet lekker in zijn of haar vel zit, is immers kwetsbaar. Hou het gesprek daarom bij jezelf. Zeg waarom jij je zorgen maakt over de ander en waarom. Dus niet: ‘Je maakt je zeker grote zorgen’, maar wel: ‘Ik kan me voorstellen dat je je zorgen maakt.’

Stel na een praatje voor om over een week nog eens langs te komen. Zo houd je het gesprek gaande en de vinger aan de pols.

Meer informatie over gesprekstechnieken en eventueel externe hulp inschakelen is te vinden op taboer.nl.

Naast de ZOB is er sinds 2019 de AgroZorgWijzer en ook verschillende coaches hebben hun eigen hulplijn. De hulpverlening lijkt daardoor erg te versnipperen, maar de bedoeling is dat dat juist niet gebeurt. Taboer werkt landelijk en centraal. Hier komen alle hulpvragen binnen, waarna ze eventueel doorgezet worden naar bijvoorbeeld de ZOB of agrarische coaches.

Wat dat betreft, is er overlap met de AgroZorgwijzer. Ook daar zijn er overzichten met signalen en ook daar is er een verwijsschema wie waar terecht kan en met welke klachten. “Klopt”, zegt Sandra Katerberg, bestuurssecretaris van de ZOB. “Maar de zorgwijzer is vooral gericht op erfbetreders en was gefinancierd door de zuivelbranche. De behoefte ontstond om het breder te trekken naar de hele land- en tuinbouw. We hebben veel punten uit de zorgwijzer geïntegreerd in Taboer en gaandeweg zal de zorgwijzer naar de achtergrond verdwijnen.”

Taboer is gericht is op boeren zelf, maar ook op het netwerk om hen heen: familie, partners en erfbetreders. Er is een telefoonnummer en wie wil, kan ook via het contactformulier om hulp of informatie vragen. Katerberg: “Sinds de lancering in maart wordt al behoorlijk veel gebruik van dat formulier gemaakt. Daarom overwegen we om ook een chatfunctie in te bouwen. Praten helpt, maar schrijven misschien ook. Taboer is wat dat betreft nog in ontwikkeling.”

Zelf hulp zoeken is belangrijk

Wat lastig blijft, is dat boeren die in de knoop zitten zelf niet makkelijk hulp zoeken. Zoals jongveeopfokker Arjen. Hij wil niet met zijn volledige naam ‘in de krant.’ “Het gaat niemand wat aan.” Echt lekker loopt het al een hele tijd niet, vindt hij. “De lol is eraf.”

Het ondernemerschap en eigen baas zijn, trokken hem juist zo aan in het boerenvak. Nu lijkt het wel of de overheid de baas is op zijn bedrijf in plaats van hijzelf. Hij ziet niet hoe praten met iemand iets kan veranderen aan zijn moeilijkheden. Hij weet bijvoorbeeld niet of hij tot de piekbelasters gerekend wordt of niet. “Misschien moet ik wel stoppen met boeren”, denkt hij hardop. “Wat kan een coach of dokter daaraan doen, niks toch? Waarom zou ik dan naar zo’n nummer bellen?”

De intiatiefnemers van Taboer herkennen deze houding. Ze weten dat boeren veelal geen praters zijn en dat ze zorgen liever aanpakken met hard werken dan met een goed gesprek. Als ze zelf niet aan de bel trekken, is er echter de hoop dat anderen dat doen. De wet- en regelgeving verandert er niet door, maar praten werkt als het ventiel van een hogedrukketel halen: de druk gaat eraf.

Bron: Boerderij