Met alles wat er op de veehouderij af komt, houdt Jeannette van de Ven haar hart vast. De voorzitter van het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren vreest een stijgend aantal meldingen van dierverwaarlozing, gezien de grote onzekerheid bij veehouders over het voortbestaan van hun bedrijf. Dit zegt Jeannette van de Ven in een interview in de vakbladen van Agrio.
Lees hier het hele interview:
Dierverwaarlozing is vaak een van de laatste signalen dat het op een bedrijf niet goed gaat, zegt Van de Ven. De geitenhoudster uit Oirschot (NB) was tot 2017 voorzitter van de LTO-vakgroep Geitenhouderij. Sinds zes jaar hanteert ze de voorzittershamer van het Vertrouwensloket. Als er sprake is van dierverwaarlozing op een veehouderijbedrijf, liggen daar vaak psychosociale problemen aan ten grondslag, weet ze. Zoals een overlijden, een scheiding of een bedrijfsovername die niet goed loopt. Ook schuldenproblematiek en slechte marktprijzen kunnen een rol spelen.
“We houden ons hart vast. Gezien de politieke onzekerheid vrezen wij een stijgend aantal meldingen”
Jeannette van de Ven, voorzitter van het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren
Het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren presenteerde onlangs het jaarverslag over 2022. In totaal werden er 106 meldingen gedaan door burgers, erfbetreders en de NVWA. Dat is iets minder dan in 2021. Hoe staan de zaken ervoor?
‘’In z’n algemeenheid zien we dat er tegenwoordig eerder melding wordt gedaan dan vroeger. We hebben ook 55 adviesaanvragen gekregen, voornamelijk van erfbetreders. Die bellen dan met de vraag: ‘Ik signaleer dit, wat kan ik hier het beste aan doen?’ Erfbetreders pakken het steeds beter op. Ik zie hier een duidelijke verschuiving ten opzichte van een paar jaar geleden. Dat is mooi. Want hoe eerder je erbij bent, hoe makkelijker het nog is om zaken bij te sturen voordat het echt verkeerd gaat.”
Wat betekent dat voor het Vertrouwensloket?
“Wij zien nu de ernstigere gevallen, omdat veel andere gevallen al in een vroeg stadium worden gesignaleerd, waar wij niet meer aan te pas komen. Wij komen nu met het Vertrouwensteam pas in beeld als de erfbetreders of andere hulpverleners er niet meer uit komen.”
Uit de cijfers blijkt ook dat het aantal recidivisten toeneemt: van de gevallen is 21 procent eerder gemeld. Dat was voorheen circa 14 procent. Waar komt dat door? Wordt er makkelijker gemeld? Of neemt de ernst van de problematiek toe?
“Dat is lastig te zeggen. Wat we wel zien, is dat de recidivisten opmerkelijk vaak gestopte melkveehouders zijn die nu alleen nog jongvee opfokken of vleesvee houden. Waarom dat zo is, hebben we nog niet helder. Maar het kan ermee te maken hebben dat op een melkveebedrijf vaker erfbetreders op bezoek komen dan bij vleesveehouders of jongvee-opfokkers. Daardoor kan het langer duren voordat iets aan het licht komt. En als het dierenwelzijn bij koeien te wensen overlaat, valt dat op door een teruglopende melkproductie. Dat heb je natuurlijk niet bij jongvee of vleesvee. Per definitie krijgen we de meeste meldingen binnen over rundvee- en schapenbedrijven, omdat die dieren buiten lopen en daardoor het meest zichtbaar zijn.”
”Achteraf zijn mensen vaak blij dat we zijn gekomen,” merkt Jeannette van de Ven op.
Wat zijn de voornaamste oorzaken van dierverwaarlozing?
“Behalve de eerdergenoemde psychosociale problemen zijn de belangrijkste factoren een slechte prijsvorming, de opeenstapeling van regelgeving en daarmee gepaard gaande onzekerheid over de toekomst van het bedrijf. In 2016 zagen we een duidelijke toename van het aantal meldingen in de rundveehouderij. Die konden we één op één linken aan de invoering van het fosfaatrechtenstelsel.”
Er ligt nu opnieuw veel politieke en maatschappelijke druk op de (melk)veehouderij, zoals het stikstofdossier en de opkoopregelingen. Merken jullie dat al bij het Vertrouwensloket?
“Op dit moment zien we nog geen toename van het aantal gevallen van dierverwaarlozing, maar we houden ons hart vast voor de komende jaren. Er komt ontzettend veel op het bordje van veehouders te liggen. Er is zoveel onzekerheid! En wat we van de kant van veehouders vooral horen, is dat ze het gevoel hebben dat zij er niet meer toe doen. ‘Wij zijn ongewenst’, zeggen ze. ‘We worden afgeschilderd als milieucriminelen.’ Ze voelen zich de paria’s van de maatschappij.En bedenk wel: dierverwaarlozing is vaak pas een van de laatste dingen die je ziet. Het eerste signaal dat het op een bedrijf de verkeerde kant op gaat, is dat boeren zich terugtrekken uit het sociale leven. Ze slaan feestjes over en komen niet meer naar vergaderingen. Als de problemen zich opstapelen, ook mentaal, kan dat uiteindelijk uitmonden in dierverwaarlozing. Mijn verwachting is dat er bij een verdere uitkristallisering van de regels er nog veel los gaat komen. Tel daarbij op alle gestegen kosten en de bezuinigingsmaatregelen die veehouders moeten nemen. Ook dat zal zijn weerslag kunnen hebben op diergezondheid en dierenwelzijn.”
Van alle meldingen komt 15 procent van de NVWA. Voorheen hield de toezichthouder zo’n 300 risicobedrijven onder verscherpt toezicht, maar dat kostte veel capaciteit. Sinds 2020 komen bedrijven pas onder verscherpt toezicht als ze binnen twee jaar drie keer de fout ingaan. In 2021 werden slechts 30 ‘verscherpt toezicht’-bedrijven bezocht en 21 risicobedrijven. Hoe kijkt het Vertrouwensloket hier tegenaan?
“Dat hangt er vanaf wat ervoor in de plaats is gekomen. Verscherpt toezicht hoeft niet per definitie beter te zijn om mensen te helpen dierenleed te voorkomen. Het kan goed zijn dat externe begeleiding door een coach of een vertrouwenspersoon, of door de eigen dierenarts, minstens zo effectief is. Het hangt helemaal af van de achterliggende problematiek. Overigens wil ik nog wel even zeggen dat de NVWA altijd toestemming aan de veehouder vraagt of men de melding mag doorgeven aan het Vertrouwensloket. Veel boeren denken dat wij en de NVWA één pot nat zijn. Maar wij zijn als organisatie echt onafhankelijk.”
Wat is jullie ervaring met veehouders waar het Vertrouwensteam bij betrokken raakt?
“Ten eerste, wij komen alleen na afspraak. We bellen altijd van tevoren, we staan nooit onaangekondigd op de stoep. En meestal mogen we dan ook langskomen. Achteraf zijn de mensen vaak toch blij. Zijn ze opgelucht dat ze hun zorgen en hun verhaal hebben kunnen delen. Dat er iemand is die echt naar hen luistert, zonder dat die meteen oordeelt. En dat er mensen voor hen klaar staan, die hen advies willen geven, die hen oprecht willen helpen.”
Stel, je hebt zelf het vermoeden dat het bij een buurman of een collega-boer niet goed gaat en dat er mogelijk sprake is van dierverwaarlozing. Hoe pak je dat het beste aan?
“Stel open en eerlijk je vraag aan de boer. Toon oprechte belangstelling. En luister zonder oordelen. Help om het in een vroegtijdig stadium bespreekbaar te maken, zowel voor de boer zelf als voor zijn omgeving.”
Wakker Dier is de campagne Koekeloeren gestart, met het doel dat burgers het welzijn van koeien in de wei gaan monitoren. Merken jullie daar ook iets van?
“Wij zien geen effect in de meldingen. Wel vinden veehouders dat we daar tegenin moeten gaan. Die willen de campagne ter discussie stellen. Maar wij zeggen: zoek die aandacht liever niet op, maar ga open en eerlijk de discussie aan met de omgeving. Zorg dat mensen in de buurt weten dat ze altijd bij jou kunnen aankloppen als ze denken dat er iets mis is. Maar goed, ik weet ook van boeren met een koe die bijvoorbeeld te zwaar gekalfd heeft, dat ze die niet meer apart in een weitje bij de stal durven te leggen om op te knappen, uit angst voor de reacties van burgers.”
Bron: Veldpost, Stal en Akker, Vee en Gewas en Agraaf
Kijk voor meer informatie op: www.vertrouwensloketwelzijnlandbouwhuisdieren.nl