Fipronil roept nog steeds gevoelens van verdriet en boosheid op

Mariska Oving in Odoorneveen is één van de mensen achter de campagne van TABOER. Als pluimveehoudster, moeder en brandweervrouw heeft ze de afgelopen jaren meer dan genoeg meegemaakt, maar het ruimen van de pluimveestapel heeft veel impact gehad op haar en haar gezin. “Van de fipronilcrisis hebben we veel geleerd. Fipronil roept nog steeds gevoelens van verdriet, onrecht en frustratie bij ons op, maar we zijn er uiteindelijk wel sterker uitgekomen,” concludeert Mariska.

Het is nu ruim vijf jaar geleden dat Mariska (44) en haar man Bert (45) al hun 60.000 leghennen moesten ruimen, tienduizenden eieren moesten vernietigen en de stal ontsmetten. Hun bedrijf was één van de 250 bedrijven die getroffen werd door de fipronilcrisis. De spanning is voelbaar wanneer Mariska teruggaat in de tijd. Regelmatig springen de tranen in haar ogen. “Wij hadden onze kippen laten behandelen tegen bloedluis. Hier bleek achteraf het verboden middel fipronil te zijn gebruikt. Hier waren wij niet op gewezen. Van de een op de andere dag bleek dit middel gevolgen te hebben voor de volksgezondheid. Dat betekende dat er geen kip, geen ei en geen mest meer van het erf mocht. Je zat opgesloten op je eigen erf en wist niet wat je moest doen. Daar kwam bij dat wij als ondernemers zelf aansprakelijk waren, omdat we zelf voor dat middel hadden gekozen. We moesten alles zelf regelen en betalen; van ruiming tot het vernietigen van de eieren en het ontsmetten van de stallen. Ook de maandenlange leegstand viel onder het ondernemersrisico. We waren verdrietig, boos en voelden ons onrechtvaardig door de overheid behandeld. Tot op de dag van de ruiming verzorgden we zelf de kippen en draaide wij dagelijks de eieren af. De dag waarop de dieren vergast werden was emotioneel, maar we hadden gelukkig veel mensen om ons heen verzameld die ons hierbij hebben geholpen,” vertelt Mariska.

Praten, praten, praten

Het was niet alleen een drukke tijd maar vooral ook erg emotioneel. “Ik ben wel een prater, terwijl Bert er moeilijk over kan praten. Voor hem is het nu een afgesloten hoofdstuk in een boek. Gelukkig hebben we er toen wel samen over kunnen praten,” zegt Mariska. Zelf zocht Mariska in die tijd de publiciteit op om het eerlijke verhaal te kunnen vertellen. Zo belde ze met het Dagblad van het Noorden en RTV Drenthe. Zij hebben hen gevolgd in het hele traject. Ook heeft ze haar verhaal gedaan op de Nederlandse televisie. ”Ik vind het belangrijk dat consumenten weten wat er echt speelt en dat wij met liefde voor onze dieren zorgen en op een eerlijke manier voedsel produceren,” merkt Mariska op. Bovendien vond ze het fijn om haar verhaal te vertellen. Nog steeds geeft ze lezingen en is ze actief bij de mmmEggies, waar ze samen met andere pluimveehoudsters het Nederlandse ei promoot.

Pluimvee- en akkerbouwbedrijf

Op het erf staat een eierautomaat, zodat de consumenten rechtstreeks hun eitjes kunnen kopen bij de boer. Er gaan ook eieren gaan naar lokale supermarkten,camping- en boerderijwinkels en horeca in de regio. Het overgrote deel van de eieren gaat naar een groot pakstation. De 60.000 vrije-uitloop leghennen houden ze in twee volièrestallen met een overdekte uitloop, die voorheen goed waren voor het Beter Leven 2 sterren keurmerk. Tot 2019 hebben ze hieraan kunnen voldoen, maar door wijzigingen in de richtlijnen is het niet meer haalbaar. ‘We moesten namelijk de overdekte uitloop vergroten, maar dat ging gepaard met een forse investering. Dit zagen we niet meer zitten. Bovendien hebben we het bedrijf met 60.000 leghennen en 60 hectare akkerbouw pas in 2016 overgenomen van Berts ouders. In 2017 kregen we direct te maken met de fipronilcrisis, wat ons tonnen heeft gekost,’ verklaart Mariska.  

‘Het is belangrijk om in je eigen vakjargon te praten over wat je meemaakt en kunt aangeven wat het met je doet.’

Pluimveehoudster Mariska Oving

Emoties voelbaar

Terugkijkend op de zomer van 2017 valt het op dat de emoties bij Mariska als het gaat om fipronil nog steeds voelbaar zijn. De ergste boosheid en verdriet rondom die periode is ondertussen wel weggeëbd, maar het gevoel van onrechtvaardigheid blijft. ‘Iets moet een herinnering worden en niet een belevenis blijven,’ stelt Mariska. Deze uitspraak is typerend voor haar situatie en gebruikt ze regelmatig in haar lezingen. Naast moeder van Elisa (10), boerin is ze namelijk ook jarenlang werkzaam bij de brandweer. Daar vangt ze brandweermannen / -vrouwen op bij traumatische ervaringen. ”Bij ernstige incidenten zorg ik ervoor dat de mannen en vrouwen bij terugkomst in de kazerne hun verhaal kunnen delen met een collega hulpverlener van de Brandweer. Er is dan koffie (met eventueel broodjes) en er is ruimte voor een luisterend oor voor iedereen die daar behoefte aan heeft,” legt Mariska uit. Hier zit voor haar ook de link met de TABOER.  ”Het is belangrijk om in je eigen vakjargon te praten over wat je meemaakt en kunt aangeven wat het met je doet. Boos, verdrietig, depressief of gefrustreerd. Elk mens draagt zijn eigen rugzak met zorgen. Iedereen reageert daarom anders op een bepaalde situatie. Het is vaak een normale reactie op een abnormale situatie,” gaat Mariska verder.

‘Al help ik maar één persoon’

Volgens deze pluimveehoudster is het belangrijk oog te houden voor elkaar. Drink eens een kop koffie met iemand en vraag is hoe het echt met iemand gaat. Vanuit haar ervaring bij de brandweer heeft ze geleerd hoe belangrijk het is om na extreme gebeurtenissen even stoom af te blazen. ‘Sinds 2012 zit ik zelf bij dit opvangteam, maar de nazorg / Collegiale Ondersteuning binnen de Brandweer bestaat al veel langer. We zijn gestart in 2010 met het aanbieden van nazorg. Eerst werd er wat lacherig overgedaan. Sommige korpsen wilden zelfs geen gebruik maken van deze diensten.  Over je gevoelens praten deed je niet als brandweerman/ -vrouw. Daar lag een taboe op.  Je dronk een borrel en ging naar huis en lag de hele nacht wakker. Door de jaren heen hebben we geleerd dat praten helpt. Daarom vind ik deze campagne van TABOER zo belangrijk voor de agrarische sector. Boeren en tuinders zijn niet gewend om te praten over wat hen echt bezighoudt. Hoe groter de zorgen hoe harder ze werken. Zeker in deze huidige onzekere tijd, waarin de overheid vaak tijdens de wedstrijd de spelregels veranderd is het lastig om positief te zijn en werkplezier uit je bedrijf te blijven halen.’’ Mariska is dan ook graag één van de gezichten van deze campagne. ”Al help ik maar een persoon. Ik weet waar ik het voor doe,” merkt Mariska tot slot op.


Heb jij ook iets ingrijpends meegemaakt en wil je hierover praten? Praat erover met mensen in je omgeving of bel TABOER.